Luchtkwaliteit in werk- en leerruimten

We werken en leren binnenshuis. Een goede luchtkwaliteit binnenshuis is daarom essentieel voor prestaties, welzijn en onze gezondheid.

Ons werk aan DIN-normen voor tolkencabines heeft ons bewust gemaakt van het probleem van de luchtkwaliteit. Sindsdien houden we bij installaties en evenementen rekening met deze aspecten om goed werken, leren en vergaderen te bevorderen.

Kooldioxide (C0₂) is de belangrijkste parameter voor de luchtkwaliteit. Deze kan gemakkelijk worden gemeten. Het wordt gemeten in ppm (parts per million, het getal staat voor 10^-6(d.w.z. voor een miljoenste). Voor klaslokalen mag deze concentratie niet hoger zijn dan 1.000 ppm. We raden aan om deze waarden te gebruiken als basis voor werkzaamheden en evenementen en om bewustzijn te creëren. Raamventilatie alleen is meestal niet voldoende. Ventilatie- en gebruiksconcepten zijn nodig zodat de investering en het gebruik functioneel, behoeftegericht en economisch kunnen zijn.

Andere chemische stoffen en het vocht- en stofgehalte van de lucht bepalen ook de luchtkwaliteit. De gevoeligheid voor onaangename geuren neemt toe. Veel mensen kennen dit probleem van tapijten. In het ergste geval kunnen deze tapijten lijm en schadelijke stoffen uitstoten die bekend staan als VOC's (vluchtige organische stoffen). We houden hier rekening mee bij de aanschaf en installatie om onaangename geuren en dampen te voorkomen, vooral bij kabels van technische apparaten.

Er zijn ook richtwaarden voor VOC-concentraties vastgesteld door het Federaal Milieuagentschap: In de binnenlucht worden waarden boven 1.000 µg/m³ als hygiënisch abnormaal beschouwd.