Tolkbalies
De basisuitrusting van een tolkcabine bestaat uit een tolkbalie. Het kanaal van de taal die getolkt wordt, wordt geselecteerd op de console. Met een keelklinkknop kan de transmissie kort worden onderbroken. Met een geluidsregelaar kan het geluidssignaal naar wens worden aangepast.
De tolk kan beslissen of hij het originele geluid uit de conferentieruimte wil horen of een relaiskanaal, d.w.z. het getolkte geluid uit een naburige cabine. De relaymodus wordt hier kort uitgelegd: Op conferenties en congressen kunnen veel talencombinaties tegelijkertijd voorkomen. Een tolk spreekt niet noodzakelijk alle vereiste talen. De conferentietolken in een Duitse cabine bijvoorbeeld, die vanuit het Engels naar het Duits werken, hoeven niet ook vanuit het Japans te tolken. Zodra een Japanse spreker het woord neemt, schakelen de tolken die de taal niet kennen over naar de "Japanse cabine" en luisteren naar hun collega die bijvoorbeeld naar het Engels vertaalt. De tolken in de "Duitse cabine" vertalen dan van het Engels naar het Duits.
Voor elke tolk is een headset aangesloten op de tolktafel. Door de constante spreekafstand van de mond tot de boommicrofoon is de tolk altijd goed verstaanbaar, zelfs als hij beweegt. De headset moet ook licht zijn, zodat hij comfortabel gedragen kan worden tijdens de opdracht.
Buiten Duitsland zijn headsets minder gebruikelijk en wordt er meestal gewerkt met vaste tafelmicrofoons en eenvoudige koptelefoons. Dit lijkt op het eerste gezicht handiger omdat een koptelefoon iets minder weegt dan een headset, maar afhankelijk van de positie en de beweeglijkheid van de tolk verandert de afstand tussen de tolk en de microfoon constant, wat weer wordt ervaren als een onaangename niveaufluctuatie door de deelnemers in de ruimte. Als deze variant toch gewenst is, moeten er geschikte regelcomponenten worden gepland voor een vaste installatie.